11 adet deneme sınav sorularının cevaplarını yazdım

Son güncelleme: 22.10.2010 20:37
  • Arkadaşlar sizin için soruların cevaplarını yazdım ALLAH yardımcınız olsun tabi benimde Examen 1
    Zinnen
    1. Kan ik me even voorstellen ?
    2. Waarom doet u dat nou ?
    3. Mag het iets meer zijn ?
    4. Ik heb daar helemaal geen zin in.
    5. Door de harde regen zijn veel planten beschadigd.
    6. Ik weet niet hoe dat kon gebeuren.
    7. Het spijt me, dat is uitverkocht.
    8. Ik zou niet meer alleen naar huis gaan als ik u was.
    9. Kunt u dat nog eens herhalen.

    Vragen
    1. Kun je rijst eten of drinken?.eten
    2. Jan is ouder dan Piet. Wie is het jongst?jan
    3. Hoe noem je een gebouw waar kinderen les krijgen ?school
    4. Hoe noem je iemand die niet kan zien ?blind
    5. Wat doe je in de keuken ?koken
    6. Is woensdag een dag of een maand ?een dag
    7. Wie woont er op een boerderij ?een boer
    8. Als je rijk bent heb je dan veel of weinig geld? veel geld
    9. Als iets ingewikkeld is, is het dan makkelijk of moeilijk?moeilijk
    10. Kan je schaatsen als het koud is, of warm?koud
    11. Wat kun je doen met een mes ?snijden
    12. Heeft een verkeerslicht drie of zes kleuren ?drie
    Zinnen
    1. Ik ga even bloemen kopen.
    2. Heb je veel geld over ?
    3. Kan dat niet wat sneller ?
    4. Bij de supermarkt kan je van alles krijgen.
    5. Ik voel me vandaag niet zo lekker.
    6. Dat kan iedereen wel zeggen.
    7. Je ontmoet gewoonlijk allerlei soorten mensen.
    8. Hier kan ik écht niet aan beginnen.
    9. Vandaag is het een mooie dag.
    10. Schiet op, zo kom je nog te laat op je werk.
    11. De buren hebben een mooie auto.
    12. Het is niet helemaal gegaan zoals we verwacht hadden.
    13. Kunt u op een andere dag niet terugkomen ?
    14. Ik had hem dat advies nooit moeten geven.
    Tegenstellingen
    1. Vroeg -Laat
    2. Vrolijk - Verdrietig
    3. Oom - Tante
    4. Herfst - Lente
    5. Eerder - later
    6. Vraag - antwoord
    7. Liefde - Haat
    8. Achter - Voor
    9. Uitgang - Ingang
    verhalen
    'Fred reed naar huis. Hij was niet blij, want het gesprek met de laatste klant was niet zo goed
    verlopen. Fred had geen goede indruk op de klant gemaakt. Die zou vast niets van hem willen
    kopen. Toen hij de sleutel in het slot stak, besefte Fred dat hij ook nog zijn tas bij de klant had
    laten staan'.
    ————————————-
    De Minister heeft gisteren gezegd dat het goed is als kinderen op scholen het Wilhelmus
    kennen. Hij wil kijken of kinderen misschien wel verplicht het volkslied moeten leren op
    school. De minister denkt namelijk dat als kinderen het volkslied kennen, ze ook meer
    geïnteresseerd raken in geschiedenis. En dat ze meer willen weten over wat er in de
    maatschappij gebeurt.
#06.03.2010 13:10 0 0 0
  • examen 2
    Zinnen
    1. Ik begrijp het niet.
    2. Ik denk dat het bijna twaalf uur is.
    3. De volgende keer betaal ik.
    4. Hoe kon dat zo gebeuren?
    5. Dat kan wel kloppen.
    6. Waar zijn we gebleven?
    7. Vandaag is het een mooie dag.
    8. Kan dat niet wat sneller ?
    9. Tot ziens!
    Vragen
    1. Nu is het maandag, welke dag was het gisteren?zondag
    2. Wat is groter, een paard of een hond?een paard
    3. Wat doe je aan je voeten?lopen 4. Is een pannekoek rond of vierkant?rond
    5. Welk dier blaft?hond
    6. Welke kleur heeft sneeuw? wit
    7. Is een toren laag of hoog? hoog 8 Waar moet je in de winkel betalen?geld
    9. Welke kleur heeft een aardbei?rood
    10. Wat doe je met je oren?horen
    11. Is je moeder een man of een vrouw?een vrouw
    12. Wat zwemt in water, een vis of een kip?een vis
    13. Schijnt de zon in de nacht?nee
    Zinnen
    1. Bij de supermarkt kan je van alles krijgen.
    2. Dat kan iedereen wel zeggen.
    3. Je ontmoet gewoonlijk allerlei soorten mensen.
    4. Hier kan ik écht niet aan beginnen.
    5. Het moet in december klaar zijn.
    6. Heeft u terug van vijftig euro?
    7. We hadden gisteren niet zoveel moeten drinken.
    8. Zou u een beetje langzamer kunnen spreken ?
    9. Volgende keer nemen we een paraplu mee.
    10. Hij moet hard werken om nog op tijd klaar te kunnen zijn.
    11. Zij heeft de hele nacht doorgereden zonder te stoppen.
    12. Eigenlijk doe ik dat liever niet.
    13. Over een half uur komt er weer een vliegtuig.
    14. Zou u hier even willen wachten ?
    Tegenstellingen
    1. bijzonder - gewoon
    2. expres - per ongeluk
    3. goedkoop - duur
    4. lelijk - mooi
    5. dames - heren
    6. ouders - kinderen
    7. aankleden - uitkleden
    8. boven - onder
    9. vriezen - dooien
    verhalen
    Patat misschien duurder
    Patat; dat is nu nog overal te krijgen, maar dat wordt straks misschien anders.
    Door het slechte weer zijn er minder grote aardappelen. Van kleintjes kunnen patatboeren geen
    goeie patat maken. Het zou kunnen dat een frietje daarom duurder wordt.
    ————————————————-
    In Engeland zijn nog zeker 10.000 koffers zoek! Een week geleden dacht de Engelse politie
    dat terroristen aanslagen gingen plegen.
    Veel vliegtuigen mochten niet vertrekken. Op het vliegveld van Londen kregen duizenden
    reizigers te maken met enorme vertragingen en raakten veel mensen hun bagage kwijt. Maar
    na een week zoeken zijn er dus nog steeds veel koffers zoek.
#06.03.2010 13:11 0 0 0
  • examen 3
    Zinnen
    1. Hallo! Hoe gaat het met je ?
    2. U moet hier wachten.
    3. Het boek is nog niet uit.
    4. Dit is twee euro teveel.
    5. Ik heb twee koffers.
    6. Mijn broer doet gewoonlijk de afwas
    7. Kan je iets meer over jezelf vertellen ?
    8. Ik ben iemand die snel kan beslissen
    9. De vogel blijft op een hoge tak zitten.
    Vragen
    1. Wat is minder, twintig euro of vijftien euro? viftien euro
    2. Wat doe je buiten aan als het koud is?een jas
    3. Welke kleur heeft een tomaat?rood
    4. Wat doe je met een pen?schrijven
    5. Wat is de eerste maand van het jaar?januari
    6. Welke dag komt voor donderdag?woensdag 7. Wat is meer, een ons koekjes of 100 gram?gelijk_ eşit
    8. Hoeveel wieken heeft een molen?vier
    9. Wat heb je nodig om te strijken?een strijkijzer
    10. Is opa een man of een vrouw?een man
    11. Wat doe je met een handdoek?drogen
    12. Van welk dier komt wol?een schaap
    13. Wat is warmer, de zomer of de winter? de zomer
    Zinnen
    1. Als ik ha winkelen koop ik vaak schoenen.
    2. Ik schaamde me toen ik het antwoord niet wist
    3. Het is niet helemaal gegaan zoals we verwacht hadden.
    4. Kan iemand misschien een dokter bellen ?
    5. Jullie moeten je fiets nu repareren.
    6. Als je niet opschiet zul je te laat zijn.
    7. Door de harde regen zijn veel planten beschadigd.
    8. Waar heb je het in hemelsnaam over ?
    9. Je zou eens beter op je woorden moeten letten.
    10. Dat stond in de krant van gisteren.
    11. Ik moet nu gaan, anders kom ik te laat.
    12. De volgende keer beginnen we hier.
    13. Mag ik even kijken?
    14. Het vliegtuig kwam naast de baan terecht.
    Tegenstellingen
    1. dag - nacht
    2. openen - sluiten
    3. stout - lief
    4. nu - later
    5. modern - ouderwets
    6. openbaar - privé
    7. slordig - netjes
    8. andere - dezelfde
    9. nieuw - oud
    verhalen
    Een man uit België had op een nacht een droom dat hij de lotterij ging winnen. In zijn droom
    kwam zelfs het getal voorbij van zijn winnende lot: 2, 6, 9, 11, 40, 41.
    Zes jaar lang speelde hij mee met de loterij in België, maar won bijna niets. Tot nu. Want
    opeens viel hij wel in de prijzen. Geen klein prijsje, maar de man won maar liefst 410.000 euro!
    In een Belgische krant zegt de man: 'Dromen zijn geen bedrog'.
    Jack Neal uit Engeland heeft een auto gekocht op E-bay voor 12.000 euro. Dat was niet
    helemaal de bedoeling. Jack is pas drie jaar oud !
    —————————————-
    De ouders van Jack kregen een e-mail binnen waarin stond: Gefeliciteerd u heeft een auto
    gekocht'. De moeder van Jack had de computer aan laten staan.
    De ouders konden Jack niet vragen hoe hij dat gedaan had. Jack lag te slapen.
    De volgende ochtend zei Jack, toen 'ie net wakker was: 'Ik heb een auto gekocht'.
#06.03.2010 13:11 0 0 0
  • examen 4
    Zinnen
    1. Ik heb een nieuwe fiets en een oude
    2. Heb je een pen bij je?
    3. Bent u getrouwd?
    4. Zou je dat wel willen ?
    5. Hoe kon dat zo gebeuren?
    6. Ik denk dat het bijna twaalf uur is.
    7. Pas op! Voorzichtig!
    8. Zij kunnen heel goed zwemmen.
    9. Hoe zag hij eruit?
    Vragen
    1. Welke maand komt na januari?FEBRUARİ
    2. Wat doe je in je portemonnee?GELD
    3. Zijn wielen rond of vierkant?ROND
    4. Wat is zoet, suiker of zout?SUİKER
    5. Wat doe je met een oven?BAKKEN
    6. Wat doe je met je mond?PRATEN
    7. Hoe noem je de vader van je moeder?OPA
    8. Is het in de nacht licht of donker? DONKER
    9. Hoeveel centimeter is een meter?HONDERD
    10. Hoe heet een weg boven de rivier?BRUG_köprü
    11. Wat is groter, een boom of een plant? een BOOM
    12. Wat doe je met een schaar?KNİPPEN
    13. Slapen doe je in een BED
    Zinnen
    1. Wat voor mensen doen zulke dingen?
    2. Deze korte broek past niet,
    3. Ze had een erg litteken op haar gezicht.
    4. Waar zijn we gebleven?
    5. Het gebeurde tien jaar geleden.
    6. Ik schaamde me zo toen ik het antwoord niet wist.
    7. De school begint altijd om 8 uur.
    8. Ze zouden een paraplu hebben moeten meenemen.
    9. Ik had niet zo laat naar bed moeten gaan.
    10. Ik was vaak te laat op mijn werk.
    11. Mag ik u enkele vragen stellen?
    12. We moeten het wat rustiger aan gaan doen.
    13. Ik weet het niet.
    14. Welke kant gaan we op vanaf hier?
    Tegenstellingen
    1. even - oneven
    2. hard - zacht
    3. kopen - verkopen
    4. verdrietig - blij
    5. Oma - opa
    6. licht - zwaar
    7. nu - straks
    8. ziek - gezond
    9. lengte - breedte
    verhalen
    Nederland is derde geworden bij een internationale intelligentietest zaterdagavond op de
    Duitse televisie. De winnaar was Zwitserland gevolgd door Polen. Nederland was favoriet
    omdat het eerder bij de scholieren als beste uit de bus kwam.
    ——————————————————
    De Amerikaanse president George Bush is woensdag van zijn fiets gevallen, na een botsing met
    een politieagent. De weg waarop het ongeluk plaatsvond was glad vanwege de lichte regen.
    Bush kwam er vanaf met schaafwonden op zijn handen en armen en kon het programma van de
    G8-top gewoon blijven volgen.
#06.03.2010 13:12 0 0 0
  • examen 5
    Zinnen
    1. Vind jij die jongens ook niet lastig ?
    2. Naar wie waren zij aan het luisteren?
    3. Het is niet helemaal gegaan zoals we bedoeld hadden.
    4. Hij is een beetje dom geweest.
    5. Hij heeft mijn fiets geleend
    6. We krijgen maar weinig klachten.
    7. Wat is je voornaam?
    8. Ik vindt dat een leuk meisje.
    9. Kijk nou toch eens uit wat je doet.
    Vragen
    1. Wat doe je met een vork?ETEN
    2. Wat zwemt in water, een vis of een kip?EEN VİS
    3. Is een auto om in te rijden, of om te koken ?RİJDEN
    4. Is een kerk een gebouw of poort ?EEN GEBOUW
    5. Als je een groot gezin hebt, heb je dan veel of weinig kinderen ?VEEL kinderen
    6. Als iets ingewikkeld is is het dan makkelijk of moeilijk ?MOEİLİJK
    7. Hoeveel maanden heeft een jaar?TWAALF maanden
    8. Regen, is dat nat of droog?NAT
    9. Hoeveel hoeken heeft een vijfhoek?Vijf
    10. Wie zorgt voor de molen?MİLLEN degirmenci
    11. Wat maak je met een fototoestel?FOTO MAKEN
    12. Welke kleur heeft gras?GROEN
    13. Is een dijk hoog of laag?HOOG
    14. Wat heb je nodig om te strijken? STRİJKİJZER ütü
    Zinnen
    1. Dat kun je op je vingers natellen.
    2. We zien geen oplossing voor uw probleem.
    3. Kan je me die schroevendraaier even aangeven.
    4. Welke taart zou je willen hebben?
    5. Zijn er echt geen andere mogelijkheden ?
    6. Ik vind het leuk met mensen om te gaan.
    7. Waren er veel mensen op de vergadering?
    8. Kan er iemand een dokter bellen ?
    9. Hij had beter moeten weten.
    10. Zij zullen hard moeten werken.
    11. Dat kan wel kloppen.
    12. Ik woon samen met mijn vriend
    13. Uit welk land komt u?
    14. Kan ik voor morgen een tafel reserveren ?
    Tegenstellingen
    1. Broer-zus
    2. vriend - vijand
    3. optellen - aftrekken
    4. delen - vermenigvuldigen
    5. lawaai - stilte
    6. Zon - maan
    7. Dorp - stad
    8. vet - mager
    9. schoon - vuil
    verhalen
    De Chinese universiteit Xiamen verplicht zijn studenten bedrijfskunde, economie, informatica
    en rechten om golflessen te nemen. De universiteit vindt dat golfen als belangrijk is voor succes
    in de zakenwereld.
    In China is een debat ontstaan over de vraag of het wel gepast is voor Chinezen om een elitair
    spel als golf te spelen, omdat een groot deel van hen nog in armoede leeft.
    ——————————————————
    Een 20-jarige inwoner uit Tiel is woensdagnacht gearresteerd na een inbraak in een woning.
    De bewoner hoorde een harde klap, gevolgd door pianospel. Toen hij ging kijken, trof hij een
    rommel aan in zijn woonkamer en een man die piano speelde. Dat meldt de politie donderdag.
    De dief had spullen van de bewonen in zijn zaken gedaan.
    De volgende ochtend vertelde de dief dat hij zich niets meer kon herrineren omdat hij teveel
    gedronken had.
#06.03.2010 13:12 0 0 0
  • examen 6
    Zinnen
    1. Mag ik me even voorstellen ?
    2. Waar denk je aan /
    3. Ik ga naar Nederland.
    4. Hoe laat is het?
    5. Wat is uw adres?
    6. Hij heeft weinig vrienden op school.
    7. Het spijt me, we zitten helemaal volgeboekt.
    8. Kun je me dat nog eens uitleggen ?
    9. Zwemmen in de Noordzee is lekker fris.
    Vragen
    1. Is water uit een sloot gezond?Nee
    2. Welk dier legt eieren?KİP
    3. Welke dag komt voor zondag?VRİJDAG
    4. Is je moeder een man of een vrouw?EEN VROUW
    5. Waar woont u? ik woon in TÜRKİJE
    6. Hoeveel wielen heeft een auto?VİER
    7. Welke maand komt voor december?NOVEMBER
    8. Wat is zwaarder, een kilo of een ons?EEN KİLO
    9. Wat doen kinderen op school ?ONDERWİJS
    10. Kan je met een boot varen of vliegen ?VAREN
    11. Wat is meer, vijf euro of twee euro?VİJF EURO
    12. Is een bloemkool groente of fruit ?GROENTE
    13. Waar koop je kleren?WİNKEL
    14. Wat doe je in je portemonnee?GELD
    Zinnen
    1. Is het goed als ik wat later kom ?
    2. Ik moet plassen.
    3. Volgende week gaan we met vakantie.
    4. Mag ik van u een bos tulpen ?
    5. Ik vind dit geen goed boek.
    6. Zou u me even willen helpen ?
    7. We hebben om 8 uur afgesproken.
    8. Ik heb niets bijzonders bij me.
    9. Door de harde regen zijn veel planten beschadigd.
    10. Ik ben blij dat het erop zit.
    11. Ik ben mijn portemonnee verloren.
    12. Hoe laat vertrekt de trein naar Amsterdam ?
    13. Dat kun je op je vingers natellen.
    14. We zien geen oplossing voor uw probleem.
    Tegenstellingen
    1. beter - slechter
    2. eerlijk - oneerlijk
    3. stoppen - doorgaan
    4. eten - drinken
    5. Water - Vuur
    6. overwinning - nederlaag
    7. lengte - breedte
    8. Herfst - Lente
    9. vorige - volgende
    10.goedkoep - duur
    verhalen
    In de herfst kan het hard waaien en dat is vervelend als je met een paraplu loopt. Drie studenten
    uit Delft hebben nu een paraplu gemaakt die tegen storm kan.
    De paraplu heet 'SENZ Umbrella' en ziet er heel hip uit. Je hoeft ook niet meer bang te zijn dat
    de paraplu in je ogen prikt, want de uiteinden van de 'SENZ Umbrella' zijn beveiligd.
    ————————————————-
    Een babysitter uit Californië is erg dom geweest. Op haar eerste dag op het werk heeft ze het
    verkeerde kind van school meegenomen. Ze merkte haar fout pas toen de ouders thuiskwamen
    en haar zegen met een onbekend kind.
    De familie van het kind wat de babysitter had meegenomen waren ondertussen in paniek
    geraakt en hadden de politie gebeld.
    Het kind wat niet werd opgehaald moest uren op school wachten.
#06.03.2010 13:13 0 0 0
  • examen 7
    Zinnen
    1. Kan je iets meer over jezelf vertellen ?
    2. Het boek is nog niet uit.
    3. Door de harde regen zijn veel planten beschadigd.
    4. Dat kan wel kloppen.
    5. De vogel blijft op een hoge tak zitten.
    6. Schiet op, zo kom je nog te laat op je werk.
    7. Het is niet helemaal gegaan zoals we verwacht hadden.
    8. Kunt u op een andere dag niet terugkomen ?
    9. Vandaag is het een mooie dag.
    Vragen
    1. Kan je met een boot varen of vliegen ?VAREN
    2. Welke maand komt voor december?NOVEMBER
    3. Is een pannekoek rond of vierkant?ROND
    4. Als je rijk bent heb je dan veel of weinig geld ?VEEL GELD
    5. Welke kleur heeft een aardbei?ROOD
    6. Hoeveel wieken heeft een molen?VİER
    7. Heeft een verkeerslicht drie of zes kleuren ?DRİE kleuren
    8. Is een toren laag of hoog?HOOG
    9. Wat doe je met een handdoek?WİSSEN
    10. Wat doe je buiten aan als het koud is?EEN JAS
    11. Is een bloemkool groente of fruit ?GROENTE
    Zinnen
    1. Ik schaamde me toen ik het antwoord niet wist
    2. Hij moet hard werken om nog op tijd klaar te kunnen zijn.
    3. Zijn er echt geen andere mogelijkheden ?
    4. Zou u hier even willen wachten ?
    5. Het spijt me, we zitten helemaal volgeboekt.
    6. Heeft u terug van vijftig euro?
    7. Dat kun je op je vingers natellen.
    8. We zien geen oplossing voor uw probleem.
    9. Waar heb je het in hemelsnaam over ?
    10. Je zou eens beter op je woorden moeten letten.
    11. Dat stond in de krant van gisteren.
    12. Hij heeft weinig vrienden op school.
    13. Volgende keer nemen we een paraplu mee.
    14. Ik woon samen met mijn vriend
    Tegenstellingen
    1. bijzonder - gewoon
    2. expres - per ongeluk
    3. goedkoop - duur
    4. lelijk - mooi
    5. dames - heren
    6. ouders - kinderen
    7. aankleden - uitkleden
    8. boven - onder
    9. vriezen - dooien
    Verhalen
    Mooie mensen vinden sneller een baan. Dat vindt ruim 85 procent van de Nederlanders, zo
    blijkt uit onderzoek van de online banensite onder 821 deelnemers. De resultaten zijn
    donderdag naar buiten gebracht.
    ———————————————-
    Nederlanders hebben het idee dat mooie mensen worden voorgetrokken bij het solliciteren.
    Eén typefoutje kan grote gevolgen hebben. Alle nieuwe bankbiljetten van het land Kazachstan
    zijn verkeerd gedrukt.
    Op de nieuwe bankbiljetten van Kazachstan blijkt een grote spelfout te staan. Het woord 'bank'
    is verkeerd geschreven. De centrale bank van Kazachstan wil het geld niet vernietigen. De
    bank wil het geld eerst in gebruik nemen en later weer inzamelen.
#06.03.2010 13:13 0 0 0
  • examen 8
    Zinnen
    1. Ik moet een nieuwe bril.
    2. Daar heb ik nog nooit van gehoord.
    3. Twee is teveel
    4. Heb je een pen bij je ?
    5. het moet in januari klaar zijn
    6. we gaan daar de volgende les mee verder
    7. Dat was een pijnlijke vergissing
    8. Als ze tenminste op tijd zijn
    9. Hij gaat ieder weekend vissen.
    Vragen
    1. Welke kleur heeft de lucht ?BLAUW
    2. Als iets kookt, is het dan heet of koud ?HEET
    3. Hoeveel zijden heeft een driehoek ?DRİE
    4. Kun je melk eten of drinken ?DRİNKEN
    5. Wat komt er na acht ?NEGEN
    6. Is je broer een man of een vrouw ?EEN MAN
    7. Als iets eenvoudig is, is het dan makkelijk of moeilijk ?MAKKELİJK
    8. Welke maand komt er voor April ?MAART
    9. Wat doe je met een lepel ?ETEN
    10. Wat is groter een muis of een konijn ?EEN KONİJN
    11. Wat doe je in een bed ?SLAPEN
    12. Hoe smaakt suiker ?ZOET
    13. Fiets je op een rivier of op een pad ?EEN PAD
    14. 1 Uur, hoeveel kwartier is dat ?VİER
    Zinnen
    1. De aardappels zijn op
    2. Als we tenminste op tijd zijn.
    3. Ik weet niet hoe dat kon gebeuren.
    4. Hij moet het wat rustiger aan gaan doen.
    5. Kan dat niet wat sneller.
    6. Kunt u mij vertellen hoe laat het is.
    7. Nee hè, daar gaan we weer.
    8. U gaat bij de volgende stoplichten linksaf
    9. Ik moet nog even boodschappen doen.
    10. Doe je het licht uit als je weggaat ?
    11. Ik hoop niet dat het straks gaat regenen.
    12. Ga je mee ?
    13. Wie is er aan de beurt ?
    14. Kunt u wat langzamer praten ?
    Tegenstellingen
    1. Leeg - Vol
    2. Soms - Altijd
    3. Geven - Nemen
    4. Niets - Alles
    5. Dood - Levend
    6. Vlug - Langzaam
    7. Winter - zomer
    8. Onthouden - vergeten
    9. Nep -Echt
    Verhalen
    Vincent wil niet naar school. Maar.., school is belangrijk als je
    goed werk wilt vinden of geld wilt verdienen.
    Z'n vader zegt: 'het is toch leuk om al je vriendjes te zien op school'.
    Maar Vincent wil geen geld verdienen, en hij heeft niet zoveel vriendjes.
    Hij gaat naar de haven om naar de boten te kijken.
    Hij droomt van verre landen.
    ——————————-
    Renate is bang voor vliegtuigen, ze durft niet te vliegen.
    Ze is zelfs bang voor een vliegtuig dat over komt vliegen.
    Haar moeder vertelt dat Renate, toen ze klein was, ook al bang was voor vliegtuigen.
    Als er een vliegtuig over kwam vliegen dook ze altijd onder de tafel of onder een stoel.
#06.03.2010 13:14 0 0 0
  • examen 9
    Zinnen
    1. Tot morgen, half 10
    2. Je mag hier maar 80 rijden
    3. Ik ga straks naar school
    4. Pas op dat je niet valt
    5. Ga je morgen mee naar het strand, het wordt lekker weer.
    6. Is er vanavond nog wat op de televisie ?
    7. Ik hoop niet dat het zo blijft
    8. Volgende keer beter.
    9. Gelukkig heb ik mijn portemonnee nog gevonden
    Vragen
    1. Zijn schoenen om te lopen of om te drinken ?LOPEN
    2. Is een peer groente of fruit ?FRUİT
    3. Is ijs warm of koud ?KOUD
    4. Is een toren hoog of laag ?HOOG
    5. Waar ga je naar toe als je ziek bent ?NAAR DE DOKTER
    6. Wat zet je in een vaas ?BLOEMEN
    7. Hoeveel centimeter gaan er in een meter ?HONDERD
    8. Wat komt er na de lente ?ZOMER
    9. Wat is later, half acht of acht uur ?ACHT UUR
    10. Sneeuwt het in de winter of in de zomer ?WİNTER
    11. Welke kleur heeft gras ?GROEN
    12. Wat doe je met een glas ?DRİNKEN
    13. Wat is zwaarder, een pond gehakt of 500 gram ?GELİJK_eşit
    Zinnen
    1. Spruitjes vindt ik niet lekker.
    2. Hebben jullie mijn sleutels gezien ?
    3. Zet de radio eens wat zachter !
    4. Mag ik van u de rekening ?
    5. Zorg dat je een paraplu mee neemt, het gaat vast regenen.
    6. Heeft u terug van vijftig ?
    7. We hebben de trein gemist.
    8. Ik wil graag twee dozen aardbeien
    9. Anders nog iets ?
    10. Weet u waar het stadhuis is ?
    11. U heeft te hard gereden.
    12. Later als je groot bent mag jij ook
    13. Ik lust wel een wijntje
    14. Ik ga nog even mijn tanden poetsen.
    Tegenstellingen
    1. Huilen - lachen
    2. Schoon - vies
    3. Op - onder
    4. Jongen - meisje
    5. Omhoog - omlaag
    6. Lekker - vies
    7. Licht - donker
    8. Winnen - verliezen
    9. Half - heel
    verhalen
    Een man uit Duitsland heeft wel heel veel geluk. Hij won deze week -samen met een collegaeen
    jackpot van bijna 6 miljoen euro. En een paar jaar geleden won hij ook al een prijs van
    bijna anderhalf miljoen!
    Het is niet bekend hoe vaak het gebeurt dat iemand twee keer achter elkaar zo'n hoge prijs
    wint. Maar zeker is dat het bijna nooit voorkomt.
    —————————-
    Jip en Janneke zijn bij tante Mies.
    Zij hebben in de tuin gespeeld.
    En ze hebben een ijsje gehad.
    En ze hebben bij tante gegeten ook.
    Worteltjes en biefstuk en pudding.
    En nog meer pudding.
    En het was lekkerder dan thuis.
    Ziezo, zegt tante Mies. Jullie moeten
    naar huis.
#06.03.2010 13:14 0 0 0
  • examen 10
    Zinnen
    1. Als we geluk hebben kunnen we het nog net zien.
    2. Ik voel me al weer een stuk beter.
    3. Heb je het al gehoord ?
    4. Het eten was verrukkelijk.
    5. Heb jij toevallig geld bij je ?
    6. Ik heb haar eergisteren nog gezien.
    7. Volgens mij moeten we die kant op.
    8. Zullen we vanavond naar de bioscoop gaan.
    9. Neem jij de telefoon even aan ?
    Vragen
    1. Is een jurk voor mannen of voor vrouwen ?VROUWEN
    2. Welke kleur heeft een banaan ?GEEL
    3. Wanneer wordt je meestal wakker, 's-ochtends of 's-avonds ?'S OCHTENDS
    4. Hoeveel dagen heeft een week ?ZEVEN
    5. Heeft de zee zout of zoet water ?ZOUT WATER
    6. Is je neefje een jongen of een meisje ?EEN JONGEN
    7. Als ze zon schijnt is het dan mooi weer of slecht weer ?MOOİ WEER
    8. Kunnen vogels vliegen of rijden ?VLİEGEN
    9. Welke dag komt er na donderdag ?VRİJDAG
    10. Wat gebruik je met een spijker, een hamer of een pan ?EEN HAMER çekiç
    11. Is water vast of vloeibaar ?VLOİEBAAR
    12. Is een opa oud of jong ?OUD
    13. Hoeveel is 10 gedeeld door 2 ?VİJF
    Zinnen
    1. Het is hier benauwd.
    2. Wanneer ben je jarig ?
    3. Sinasappels zijn erg lekker ?
    4. Hoe zat dat ook alweer ?
    5. Ik zal blij zijn als het eindelijk weekend is.
    6. Ik heb om kwart over elf een afspraak met meneer Jansen.
    7. Ik vindt dat geen aardige jongen.
    8. Zal ik even met u meelopen ?
    9. Aan het eind van de maand is mijn geld altijd op.
    10. Wat krijgt u ook alweer van me ?
    11. Ik heb de auto daarachter geparkeerd.
    12. Gisteren zij zij dat ook al tegen me.
    13. Ik heb vannacht slecht geslapen.
    14. Neem je dan gelijk wat melk mee ?
    Tegenstellingen
    1. Dik - Dun
    2. Morgen - gisteren
    3. Verlagen - verhogen
    4. Komen - Gaan
    5. Erin - Eruit
    6. Branden - Blussen
    7. Voorkant - Achterkant
    8. Weinig - Veel
    9. Interessant - saai
    verhalen
    Die vogels, zegt boer Jansen, ze eten al mijn kersen op.
    0, zegt Jip. Hebt u dan geen vogelverschrikker?
    Ja, zegt boer Jansen, die heb ik wel. Maar de vogels zijn er niet bang voor.
    Zullen wij ze wegjagen? vraagt Janneke. Goed, zegt boer Jansen. Kom maar mee In de
    boomgaard. En Jip en Janneke gaan mee. Het is een grote boomgaard. En overal hangen de
    kersen. Mooi rond en rood zijn ze.
    Jip en Janneke doen erg hun best. Ze schreeuwen en ze klappen in hun handjes.
    En ze gillen heel hard. En daar zijn de vogels bang voor. Ze vliegen allemaal weg.
    Jullie mogen zoveel kersen eten, als je wilt, zegt de boer.
    —————————————————
    Het is zo druk op straat! Ja, zegt moeder, nu moeten alle mensen inkopen doen. Ze kopen
    suiker. En meel en bloem. En rozijnen. Voor de oliebollen, zegt Jip. Want maandag is het
    oudejaar. En dan eten wij oliebollen, zegt Jip. En wij ook, zegt Janneke. Kom, zegt moeder. Ik
    ga nog wat appeltjes kopen. Hier, in de groentewinkel. Ze gaan naar binnen. En moeder koopt
    mooie rode appeltjes.
#06.03.2010 13:15 0 0 0
  • examen 11
    Zinnen
    1. Kunnen we er niet over praten ?
    2. Zou jij dat even voor me willen doen ?
    3. Ik ben vanavond laat thuis, ik moet overwerken.
    4. Moet je horen wat er in de krant staat.
    5. Morgen is er weer een dag.
    6. Dat is toch niet mijn probleem.
    7. Mijn fiets heeft een lekke band.
    8. Ik denk niet dat we nog op tijd komen.
    9. Ik heb geen kleingeld bij me.
    Vragen
    1. Is een taart zoet of zuur ?ZOET
    2. Hoeveel pond gaat er in een kilo ?TWEE
    3. Wat komt eerder, dinsdag of donderdag ?DİNSDAG
    4. Wat doe je met een pen ?SCHRİJVEN
    5. Gaat een slak snel of langzaam ?LANGZAAM
    6. Wat doe je in bad ?BADEN_banyo yapmak
    7. Wat is groter een kip of een schaap ?EEN SCHAAP
    8. Waarvan wordt brood gebakken? BAKKER_fırıncı
    9. Kan je met een boot varen of vliegen ?VAREN
    10. Wat is meer, zeven euro of negen euro?NEGEN EURO
    11. Is een bloemkool groente of fruit ?GROENTE
    12. Wat doe je met je mond?PRATEN
    13. Hoe noem je de moeder van je vader?OMA
    14. Als iets kookt, is het dan heet of koud ?HEET
    Zinnen
    1. Morgen neem ik een vrije dag.
    2. Deze melk is niet goed meer.
    3. Ik heb nu echt geen tijd voor je.
    4. Dat is niet goed geregeld.
    5. Kunt u me daar wat meer over vertellen ?
    6. Ik heb straks een afspraak.
    7. Ik voel me niet helemaal lekker vandaag.
    8. Heb jij mijn tas ergens zien staan ?
    9. Vind je het goed als ik even je fiets leen ?
    10. Heb jij ook zo'n trek in een ijsje ?
    11. Kan ik u straks even terugbellen, het komt nu niet uit.
    12. Ik heb gehoord dat het volgende week mooi weer wordt.
    13. Jij hebt ook altijd wat !
    14. Ik moet vandaag nog veel doen.
    Tegenstellingen
    1. Dichtbij - veraf
    2. Vroeger - Later
    3. Praten - Zwijgen
    4. Delen - vermenigvuldigen
    5. Sterk - Zwak
    6. Hier - Daar
    7. Bijzonder - Gewoon
    8. Dag - Nacht
    9. Aanwezig - Afwezig
    verhalen
    Hand in hand lopen Jip en Janneke over de weg, ij gaan naar de boerderij.
    Maar als ze bij het hek komen, blijven ze staan.
    Kijk daar, zegt Jip. een hond, een hele grote hond.
    Ik ben niet bang voor hem, Ik ook niet, zegt Janneke.
    Maar dan komt de hond met grote sprongen op Jip en Janneke af.
    Ze gillen allebei heel hard en hollen weg. Maar de hond kan veel harder lopen.
    Gelukkig komt daar net de boer aan. Hij pakt de hond vast en zegt: Koest!
    Dit is Hektor, zegt hij tegen Jip en Janneke. Hij is braaf. Hij doet niets.
    ———————————————————-
    Er liggen zoveel blaren in de tuin, zegt Jip's vader.
    Zoveel blaren. Wie wil ze eens voor me opruimen?
    Ik, zegt Jip. Ik, zegt Janneke.
    In het schuurtje is de hark, zegt Jips vader. En de
    kruiwagen vind je er ook wel. Zorg dat het fijn in
    orde komt. En dan gaan Jip en Janneke aan het
    werk. Ze vegen de blaren op een hoop. En het zijn
    er veel. Want het heeft gewaaid. En het is herfst.
    Kijk eens, zegt Janneke. Wat mooi!
#06.03.2010 13:15 0 0 0
  • tek kelime süper süpee r çok sağğğğğğooolllllllllllllll
#20.03.2010 20:47 0 0 0
  • önemli değil bacım
#21.03.2010 12:29 0 0 0
#10.04.2010 13:35 0 0 0
  • ortakoy lütfen yazacaklarını bir mesaj içerisinde yaz.flood yapma.yoksa yasaklılar arasına girersin sonra demedi deme.deneme sınavları için tşkrler.
#10.04.2010 14:41 0 0 0
  • kardeşim ne yapıyım parca parca cıkıyo bende yazmak zorunda kalıyorum uyarın ıcın saol ama elımden geldıgı kadar herkese yardımcı olacagım
#21.04.2010 13:18 0 0 0
  • cok saol ortakoyyyy kardes ınsallah bu hazırladıgınız sorulardan cıkmıstır sınavdada
#22.10.2010 20:37 0 0 0